Maretak
Algemeen
De maretak wordt ook wel mistletoe, mistel of vogellijm genoemd leeft op bomen. Het is een rare plant, een halfparasiet (voor water en zouten is de plant afhankelijk van zijn gastheer) en een altijd groene heester, die op verschillende bomen kunnen groeien, speciaal op appelbomen, haagdoorns en esdoorns. In Nederland is de soort wettelijk beschermd. Hij draagt witte, vlezige bessen, die slijmerig zaad bevatten. De Indianen beschouwen de maretak als een soort van boomslang en pasten hem medicinaal toe tegen cholera, stuipen en hysterie. Maretak (Viscum Album) is trouwens ook in de homeopathie een veel toegepast geneesmiddel. In Europa gold de maretak in de oude tijd als een heilige plant, omdat hij het begin van de donkere jaarhelft aankondigde. De manier waarop een maretak zich rond een boom heen windt, werd vergeleken met de tedere omstrengeling door een geliefde, terwijl zijn glanzende bessen vergeleken werden met sperma. Vandaar zijn associatie met liefde en vruchtbaarheid. Vrouwen droegen soms maretak als een conceptiebevorderend amulet. Het kerstgebruik om elkaar te kussen onder de maretak geeft aan dat er aan deze plant magische eigenschappen worden toegeschreven. Zijn echte betekenis is het voortzetten van het leven. Net zoals deze totemplant bezitten de Uilmensen, bepaalde zich vastklampende kwaliteiten en stralen zelfs iets magisch uit. De nadruk ligt op grensverbreding en vernieuwing.
Helende krachten
De maretak is in zijn geheel een erg giftige plant, en met name de bessen, je werkt dus met maretakpreparaten. Bepaalde stoffen in maretakextracten zijn verantwoordelijk voor verbetering van het immuunsysteem en wordt dan ook vaak bij kankerpatiënten gebruikt. Maretak kan de behandeling van hoge bloeddruk ondersteunen. Ook is het een middel om na infectieziektes de hartspier te versterken.