Asgard (Oudnoords Ásgarðr) is in de Noordse mythologie de plaats waar de Asen en Asinnen (de goden) woonden, die afzonderlijk wordt beschouwd van de wereld waar de mensen wonen (Midgaard), en hetzij in de ruimte hetzij in het centrum der wereld gesitueerd. Alleen de wereldse Yggdrasil doordringt alle sferen (werelden) in de Noordse kosmogonie en verbindt ze aldus in de diepte van de kosmos.
Asgaard werd door een onoverkomelijke muur omgeven, gebouwd door een reus, na de oorlog met de Wanen.
De enige verbinding tussen Midgaard en Asgaard is via de Bifröstbrug, een regenboogbrug, die door Heimdall wordt bewaakt.

Oorsprong en functie
Asgaard werd aldus de Noord-Europese mythologie gebouwd door Odin en zijn broers met de hulp van enkele Thursen. Dit was nadat de oerwereld in de Ginnungagap zich door de werking van vuur en ijs had gevormd en nadat de meeste oerreuzen waren omgekomen door het opofferen van die oerwereld (Ymir).
Het centrum van Asgaard is het Iðavöllr veld. Daar in dat centrum liet Odin een paleis Gladsheimr bouwen met een troon voor zichzelf Hlidskjalf, vanwaar hij op alle negen werelden kan uitkijken, en nog andere tronen voor Asen die hij aanduidde om samen met hem te heersen. Voor de Asinnen werd er het paleis Vingólf gebouwd en later voor de helden ook het Walhalla. Het zijn de plaatsen waar de Goden vergadering hielden over belangrijke dingen. Dagelijks kwamen zij ook bijeen bij de Bron van Urd onderaan de wortel van de wereldboom Yggdrasil om er de drank der wijsheid te drinken.
De steenreus Hrimthur bouwde de muur in het vooruitzicht als beloning daarvoor Freya als echtgenote, evenals de Zon en de Maan te mogen bezitten. Op listige raad van Loki werd door de Asen een overeenkomst met hem gemaakt dat de hele bouw in amper zes maanden klaar zou zijn, iets wat ze voor onmogelijk uitvoerbaar aanzagen. Hrimthur aanvaardde de bedingingen, mits hij ook zijn paard Svadilfari mocht inzetten.
Tot grote ontzetting van de Asen leek het Hrimthur te zullen lukken het werk binnen de gestelde termijn klaar te krijgen, want amper drie dagen voor de slottermijn ontbrak nog enkel een poortboog. Toen veranderde Loki zich in een merrie en verleidde de hengst Svadilfari die met de merrie een tijdje verdween. (De merrie baarde daarna Odins hengst Sleipnir). De reus kon zijn contract dus niet nakomen en liet zich razend van woede als reus herkennen, waarna Thor hem met zijn magische hamer verpletterde.
Asgard is een reusachtige vestingsburcht, een soort hemelrijk, met als belangrijkste bestanddeel de twaalf paleizen van de goden waarvan Grímnismál gewaagt. Die twaalf hemelburchten zouden uit goud en edelstenen zijn gemaakt, de gewelven uit gouden speren. Muren en vloeren met goud bedekt, en op de daken stralen schilden van helden in plaats van zon en maan. De woning van Thor, Thrudheim, wordt niet tot de hemelburchten gerekend, want die staat te dicht bij de aardse wereld en markeert de grens tussen Asgard en Midgard.

De Twaalf Paleizen en hun bezitters
De volgorde is hier louter alfabetisch:
  • Alfheim, ("Alfenheim") Freyr's Paleis
  • Breidablik, ("Breedglans") Baldr's Paleis
  • Folkvangr, ("Volksplein") Freyja's Paleis met Zaal Sessrumnir
  • Gladsheimr, ("Vreugdewereld") Odin's Paleis met Zaal Walhalla
  • Glitnir, ("Glitter", Stralende) Forseti's Paleis
  • Himinbjörg, Heimdall's Paleis
  • Nóatún, ("Scheepsplaats") Njörðr's Paleis
  • Sökkvabekkr, ("Dieptebeek") Saga's Paleis
  • Þrymheimr, Skaði's Paleis
  • Valaskjálf, Vali's Paleis met Odin's troon Hlidskjalf
  • Vidi, Vidars Paleis, ook Landwidi ("Landwijdte")
  • Ydalir, Uller's Paleis