Rán is een Noordse zeegodin uit het geslacht der Wanen. In Noordse mythologie wordt ze meestal genoemd in de context van het verdrinken van ongelukkige zeevarenden en ze naar beneden te slepen. De godin wordt vaak geassocieerd met een visnet dat ze gebruikt om zeegangers te vangen. De zee werd ook wel "de weg van Rán" genoemd.
Haar echtgenoot is Ægir met wie ze in de buurt van het het eiland Hlesey woont. Ze heeft negen dochters bij Ægir: de golven. Een van haar dochters heet Atla. De negen Aegirsdochters of 'barenmeiden' zijn Bára, Blóðughadda, Bylgja, Dúfa, Hefring, Himinglæva, Hrönn, Kólga en Unnr of Blödughadda, Bygleya, Dröbna, Dusa, Hefrig, Himinglätfa, Kolga, Raun, Udor of Unn. Ze gelden als verschillende types zeegolven.
Haar echtgenoot is Ægir met wie ze in de buurt van het het eiland Hlesey woont. Ze heeft negen dochters bij Ægir: de golven. Een van haar dochters heet Atla. De negen Aegirsdochters of 'barenmeiden' zijn Bára, Blóðughadda, Bylgja, Dúfa, Hefring, Himinglæva, Hrönn, Kólga en Unnr of Blödughadda, Bygleya, Dröbna, Dusa, Hefrig, Himinglätfa, Kolga, Raun, Udor of Unn. Ze gelden als verschillende types zeegolven.