De Walkuren (Oudnoords valkyrjar) zijn strijdgodinnen uit de Noordse mythologie. Oorspronkelijk waren het grimmige doods- en oorlogsgodinnen, die op de rug van hellehonden de slagvelden afstroopten op zoek naar gevelde (gevallen) helden, die als boodschapsters voor Odin dienst konden doen voor de eindstrijd tijdens Ragnarok.

Uiteindelijk evolueerden de Walkuren in de populaire cultuur van lelijke heksen vooral tot schone maagden. Ze waren de diensters of dochters van Odin en droegen mooie harnassen met helmen en speren en zaten op paarden met vleugels.
Hoewel de Walkuren regelmatig gezien worden als godinnen die zelf de wapens opnamen, streden ze zelf niet. Er zijn althans geen geschriften bekend waarin beschreven wordt dat Walkuren zelf deelnamen aan de strijd. Hun taak was het de slagvelden te bezoeken en de heldhaftigste (gedode) strijder te kiezen en hem mee te nemen naar het Walhalla. Alleen de dapperste krijgers werden uitgekozen en zij genoten een goed leven in het Walhalla tot de eindstrijd, de Ragnarok.
Het uitzoeken van de dappersten onder de krijgers was een vergeefse poging van om de eindstrijd te winnen. Wanneer de Walkuren niet op zoek waren naar helden op het slagveld, hadden ze ook nog een andere taak. Zo bedienden zij de helden in het Walhalla.
Zolang de Walkuren maagd bleven, zouden ze onsterfelijk en onkwetsbaar blijven. De weerkaatsing van hun harnassen veroorzaakte het poollicht.