Een prominente god in de Keltische mythologie. Lugh was een zonnegod, die bekend
stond om zijn knappe verschijning en zijn kennis van kunsten en ambachten. Hij
redde de Tuatha De Danaan, 'de volkeren van de godin Dana', uit handen van de
gewetenloze Fomorii.
Lugh was de kleinzoon van Balor, de god van de onderwereld en de machtigste der
Fomorii. De Fomorii waren kwaadaardige, mismaakte en gewelddadige mensen die
in duisternis leefden, wellicht onder de zee. Volgens een voorspelling zou Balor
door zijn kleinzoon worden gedood. Als voorzorg liet hij zijn dochter Ethlinn
in een kristallen toren opsluiten. Cian, de zoon van de god van de geneeskunst
Dian-Cecht, wist vermomd als vrouw binnen te dringen en met haar te slapen.
Toen Balor hoorde dat Ethlinn het leven had geschonken aan een zoon liet hij het
kind in zee gooien. De baby werd door een druïde gered en opgevoed door de zeegod
Mannanan. Het kind werd Lugh Lamhfada (lange hand) genoemd. De andere namen van
de god waren Lonnbemnech (van de machtige slagen) en Samildanach (met vele gaven).
Zijn symbolen waren de raaf en de speer (zie Odin). Volgens sommige sagen werd
Lugh opgevoed door Goibhniu, de broer van Cian en de god van de smeedkunst. Goibhniu
was bijzonder geschikt als pleegvader voor een god van de kunsten en ambachten.
De technische kennis van Goibhniu en Lugh was onontbeerlijk voor de Tuatha De
Danaan in hun strijd tegen de Fomorii.
Toen hij een man was geworden, trok Lugh naar het hof van Nuada, de koning van
de Tuatha De Danaan. Vanwege zijn krijgshaftigheid en ambachtelijke kennis werd
Lugh met open armen ontvangen. In de tweede slag van Magh Tuireadh sneuvelde
Nuada door het boze oog van Balor. Maar met behulp van een machische stenen kogel
wist Lugh het boze oog van Balor te treffen en hem te doden, waarmee de voorspelling
in vervulling ging en de Fomorii voorgoed waren verslagen. Lugh volgde Nuada
op als koning van de Tuatha De Danaan, maar zijn regering zou slechts van korte
duur zijn. Ierland was verdeeld in drie verschillende koninkrijken en het fortuin
van de Tuatha De Danaan liep ten einde. Op het slagveld bleef Lugh zich echter
roeren. In de sage 'The Cattleraid of Cuailgne (de veeroof van Cuailgne)'komt
hij zijn uitgeputte zoon Cuchulainn te hulp, die soms de Hond van Ulster wordt
genoemd. De moeder van Cuchulainn was Dechtire, een stervelijke vrouw.
Een legende vertelt hoe Dechtire op haar trouwdag in een diepe slaap viel, waarop
een vlieg haar mond binnen vloog. In haar droom verscheen Lugh als een knappe
jongeling en gelastte haar hem te volgen met vijftig dienaressen. Hij veranderde
de vrouwen in een zwerm vogels en zij vlogen naar een betoverd land. Na drie
jaar keerden de vogels in Ulster terug en veranderden weer in Dechtire en haar
dienaressen. Kort nadien werd Cuchulainn geboren. Dechtire overreedde haar man
het kind als zijn zoon te erkennen.
Lugh's laatste optreden op het slagveld dateert van de 2de eeuw, toen hij in een
magische nevelwolk voor de Ierse koning Conn verscheen en hem voor een periode
van enkele generaties de heerschappij over Ierland voorspelde. De Tuatha De Danaan
werden uiteindelijk verslagen door nieuwe indringers onder leiding van Mil. Zij
trokken zich terug onder de grond van het heuvelland dat Dagda hen toewees. Geleidelijk
veranderden zij in de feeën en gnomen uit het Oud-Ierse volksgeloof. De zonnegod
Lugh werd de ambachtsman Lugh Chromain (de kleine Lugh met de bochel). Lugh was
waarschijnlijk de tegenhanger van de Welse Lleu en de Gallische Lugos, naar wie
moderne steden als Lyon, Laon en Leiden werden genoemd. In het Romeinse Brittannia
werd de stad Luguballium, het huidige Carlisle, naar hem genoemd.
Het feest Lugh (Lughnasadh) een van de vier voornaamste pre-christelijke vieringen, werd door de christenen
overgenomen als de Sint-Petersbanden (oogstfeest).