Braambessenwijn zelf maken
Vlierbessen plukken en verwerken
Pulpgisting
Gisting op vat
Nagisting op vat en klaren
Braambessen geven een goede wijn met een mooie kleur.
Een mix van braambessen en vlierbessen is overigens ook een ideale combinatie voor een mooie wijn. Wat heb je nodig?
|
Pluk alleen de rijpe zwarte bramen en dan liefst ook nog op een zonnige
dag zodat het fruit niet nat is van de regen of dauw.
Omdat bramen niet allemaal tegelijk rijp zijn, is handig om een aantal keren bij
je favoriete braamstruiken langs te gaan. Zeker wanneer je wat meer liters
wijn wilt maken.
Iedere keer dat je plukt, doe je de oogst in de vriezer. Maar niet nadat je het
hebt gewogen en genoteerd. Zo verzamel je een mooie portie fruit bij
elkaar tot je de gewenste hoeveelheid hebt.
In de vriezer vriezen ook de celwanden van het fruit stuk waardoor later de sappen
en kleurstoffen beter vrijkomen. Verwerk je het fruit direct na de pluk,
gebruik dan pecto-enzymen. Deze breken de celwanden af en zorgen voor
het vrijkomen van kleur en smaakstoffen.
|
Stamp het fruit in een open vat tot pulp. Giet 4,5 liter kokend water met
daarin de opgeloste suiker over het fruit, goed doorroeren. Na afkoeling
roer je de pecto-enzymen er doorheen en een dag later de gist. Als je
geen pecto-enzymen gebruikt, voeg je de gist direct na afkoeling toe.
Vijf dagen in open gistingsvat, afgedekt met een schone theedoek. Minimaal twee
keer per dag roeren en pulp onder drukken.
Na de pulpgisting zeef je de vloeistof door een trechter met schone (kaas)doek
in een gistingsfles met waterslot. Eventueel pulp napersen met wijnpers.
kan beginnen.
|
Bij deze eerste gisting op vat kan in het begin best heftig zijn. Als je
een mandfles gebruikt, vul hem dan tot de schouder en vul later bij tot
de onderkant hals, als de hevigste gisting voorbij is. Eventueel gebruik
je daar wat druivensap voor.
Na enkele maanden ga je overhevelen naar een nieuwe schone fles of vat, voorzien
van een waterslot.
|
Zorg dat er zo weinig mogelijk lucht boven de wijn staat en zet je vat
op een koele plek.
Na enkele maanden als de wijn uitgegist is en helder is geworden, kun je bottelen.
Als je vindt dat je wijn nog bubbels (koolzuurgas) bevat welke is ontstaan
bij de gisting, dan kun je hem ontgassen.
|