Kleine Arcana - Inleiding

De Kleine Arcana bestaat uit 4 series met de 'kleuren'
  • Staven komen overeen met het element Vuur en de kleur bij de speelkaarten van klaver
  • Pentakels (Munten) komen overeen met het element Aarde en de kleur bij de speelkaarten van ruiten
  • Zwaarden komen overeen met het element Lucht en de kleur bij de speelkaarten van schoppen
  • Kelken (Bekers) komen overeen met het element Water en de kleur bij de speelkaarten van harten
De vier series bestaan elk uit
  • 10 Getalskaarten kaarten 1 t/m 10
  • 4 Hofkaarten: schildknaap, ridder, koningin en koning
Binnen de Kleine Arcana zijn er met de vier kleuren vier levensverhalen te vertellen en deze kan voorwaarts en achterwaarts worden verteld.

Staven
Aas > X
  • De weg van de wil, groei en roem
  • Moed en ondernemingslust (I), verlangen inzet en een duidelijke stellingname (II). Samen vormen ze een stabiele basis (III) die leidt tot het verlangde doel (IV). Ambitie zet aan tot hernieuwde strijd (V), die verdere roem met zich meebrengt (VI), maar ook afgunst en aanvallen van anderen (VII). Deze ontwikkeling houdt een sterke zelfdynamiek in (VIII) en het bereikte moet vastberaden verdedigd worden (IX), waardoor succes en roem worden tot een drukkende last (X).
X > Aas
  • De weg van het juk van de plicht tot vrije zelfontplooiing
  • Een drukkende plicht (X), en een starre, afwerende houding (IX) worden door bewogen gebeurtenissen (VIII) en andere mensen aangegrepen (VII). Maar de overwinning staat vast (VI). Na verdere krachtproeven (V) wordt het doel bereikt (IV). Op veilige bodem ontstaan nieuwe plannen (III), die duidelijkheid verlangen (II) en vrije zelfontplooiing mogelijk maken (I).
Pentakels (Munten)
Aas > X
  • De weg van geld en arbeid
  • De aantrekkelijkheid die uitgaat van welstand (I), wordt eerst weinig vastberaden en speels opgevat (II). maar voert ten slotte toch tot consequent hard werken. (III) Trots toont men hetgeen men bereikt heeft en wil het vasthouden (IV), maar moet het afstaan (V). Met hulp van buiten lukt het om opnieuw te beginnen (VI). Dit leidt met geduld (VII) en het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden (VIII) tot voordeel en welstand (IX) en zekerheid binnen het gezin (X).
X > Aas
  • De weg van uiterlijke naar innerlijke rijkdom
  • Geboren in een rijk milieu (X), en het plezier van welstand kennend, (IX) begint de mens te werken aan zijn eigen geluk (VIII). Dit draagt vrucht (VII) en maakt een leven in grootse stijl mogelijk (VI). Maar dan komt de kentering (V). Angstig houdt hij vast wat hem nog is overgebleven (IV). Na nog meer beproevingen begrijpt hij echter (III) dat een lichte speelse aanpak (II) leidt tot een diepere betekenis van materiële waarden (I).
Zwaarden
Aas > X
  • De kille weg van het verstand
  • De scherpte van het intellect (I) verhindert de toegang tot het gevoelsleven (II) waarop een beslissing tegen het hart wordt genomen. (III). In gedwongen rust wordt kracht verzameld (IV) voor de daaropvolgende felle slag (V). De volgende afreis voert naar nieuwe kusten, maar (VI) ook daar wordt het verstand gebruikt om anderen te slim af te zijn (VII). De vrouwelijke (gevoelsmatige) kant blijft geketend tussen zwaarden en mag niet tot leven komen (VIII). Zij krijgt echter 's nachts in dromen de overhand (IX). Daarop doodt het superieure verstand in één samengebalde krachtsinspanning eens en voor al wat er nog aan leven rest (X).
X > Aas
  • De weg van het koele intellect naar het hogere begrip
  • Degene die door de moordende kilte van het verstand wordt beheerst (X) ziet vol schrik in (IX) dat hij wezenlijke kanten van zichzelf niet aan bod laat komen (VIII). Op listige wijze trekt hij zich evenwel terug (VII) en verlaat het oord der verschrikking (VI). Na een tijd van heftige strijd (V) komt hij noodgedwongen tot rust (IV) en bespeurt opnieuw de pijn van het door het verstand beheerste hart (III). De zee van de diepere ervaring die achter de barrière van het intellect ligt, verbergt (II) het geheim van het hogere verstand (I).
Kelken (Bekers)
Aas > X
  • De weg van liefde en gevoel
  • De kracht van de liefde (I) leidt tot een ontmoeting (II), die eerst vreugdevol wordt gevierd (III), maar weldra wordt ervaren met tegenzin (IV). Lichtzinnig wordt hetgeen bereikt is, verstoord (V) en weemoedig verlangt men terug naar die mooie tijden van vroeger (VI). Door die fantasieën ontstaan verlokkende droombeelden (VII). Met een zwaar hart wordt een stap in het onzekere genomen (VIII), waar de held zijn bedje gespreid en zijn tafel gedekt vindt (IX). Hij heeft zijn geluk gevonden (X).
X > Aas
  • De weg van het kinderlijke geluk naar eigen geluk
  • Uit de onbezorgde kindertijd (X) van de gedekte tafel (IX) volgt met een zwaar hart het zetten van een stap in het ongewisse (VIII). Vol dromen (VII) en met een weemoedige blik terug (VI) komt het verdriet over hetgeen men verloren heeft (V) en de ontevredenheid over wat men heeft gevonden (IV). Maar een onverwachte vreugde (III) leidt tot een beslissende ontmoeting (II) en een diep innerlijk geluk (I).