Salomo of Salomon (Hebreeuws: שְׁלֹמֹה, Šəlomoh, "zijn vrede"[1] of "zijn vervanger"; Arabisch: سليمان, Sulaymān; Grieks: Σολομών, Solomōn) was volgens de Hebreeuwse Bijbel de derde en laatste koning van het Verenigd Koninkrijk Israël en volgens de Talmoed een van de 48 profeten. Er is geen (archeologisch) bewijs voor het bestaan van Salomo of het Verenigd Koninkrijk Israël. Volgens de overlevering in de Hebreeuwse Bijbel was hij een zoon van David en Batseba. Na zijn dood werd zijn rijk opgesplitst in het noordelijke Koninkrijk Israël en het zuidelijke Koninkrijk Juda, waarbij zijn patrilineaire nakomelingen enkel over Juda regeerden. Salomo bouwde de Tempel van Salomo in Jeruzalem en hij was een zeer wijs, rijk en machtig koning, maar vanwege afgoderij en het zich afwenden van de God JHWH eindigde zijn regering in conflicten, die direct na zijn dood leidden tot een scheuring van zijn rijk. Salomo is het onderwerp van vele latere referenties en legendes. In de Koran is hij een profeet, bekend als Sulaiman. In de Koran was het een vrouw van Salomo die een standbeeld van haar vader aanbad, niet Salomo zelf. Allah strafte Salomo hiervoor, waarna hij berouw had. In de Arabische en Perzische literatuur zijn nog vele verhalen overgeleverd over de wijsheid, rijkdom en magische krachten die Suleiman bezeten zou hebben, zoals het kunnen praten met dieren. In het christendom wordt de regering van Salomo en de voorspoed die er toen was wel gezien als een voorafschaduwing van de regering van de Messias tijdens het Duizendjarig vrederijk.