Een druïde was een priester in het polytheïsme van de Kelten. Het druïdisme werd
in een groot deel van West-Europa ten noorden van de Alpen en op de Britse Eilanden
aangehangen tot ze werd verdrongen, eerst door de Romeinse overheid, en later
door de christenen.
De praktijken van druïden maakten deel uit van de cultuur van alle Kelten. Zij verenigden de taken van priester, bemiddelaar, arts, wetenschapper en rechter in zich. De vroegste bronnen die over druïden spreken dateren uit de 3e eeuw v.Chr. Etymologie
Religie
Bezigheden
Geschiedenis
Britse en Ierse bronnen
Geassocieerd met druïden
De praktijken van druïden maakten deel uit van de cultuur van alle Kelten. Zij verenigden de taken van priester, bemiddelaar, arts, wetenschapper en rechter in zich. De vroegste bronnen die over druïden spreken dateren uit de 3e eeuw v.Chr. Etymologie
Het woord druïde is verwant met het Proto-Keltische woord voor eik: -dru-
en met een aan weten verwante woordstam: -wid-, hetgeen mogelijk op de
eigenschap wijsheid slaat. Zo was de verzamelplaats van de Galaten bekend
als Drunemeton. Dat betekent eikheiligdom, bijna hetzelfde als boomheiligdom.
|
De druïden waren polytheïsten, maar beschouwden ook dingen uit de natuur
als heilig, zoals de zon, de maan en de sterren, waarin zij "tekens en
seizoenen" zagen, heuveltoppen, rivieren en meren, bomen en struiken
als de eik en andere planten, maretak en hulst in het bijzonder.
Vuur werd beschouwd als een symbool van diverse godheden en werd in verband gebracht met de zon en met reiniging. Hun kalender werd geregeerd door de cycli van de zon, de maan en de plantenwereld. Er zijn archeologische aanwijzingen dat er jaarlijks ceremonies werden gehouden rond de zomer- en winterzonnewende en rond de lente- en herfstequinoxen. Deze festivals zouden enkel door de positie en beweging van de zon bepaald worden. Daarnaast werden er vier feestdagen gevierd volgens de cycli van de maan en de plantenwereld. Dit waren: Imbolc, waarin de eerste tekenen van de lente werden gevierd, Beltane, waarin de volheid van het leven na de lente werd gevierd, Lughnasadh, waarin de macht van de zonnegod Lugh werd gevierd en Samhain, waarin het begin van de winter werd gevierd en de poorten naar de wereld van de Sídhe opengingen. De data van deze vier feestdagen werden bepaald door de (volle) maan en door de bovenbedoelde levenstekens. Zo werd Imbolc gevierd bij volle maan, tussen de winterzonnewende en de lente-equinox, Beltane tussen de lente-equinox en de zomerzonnewende, Lughnasadh tussen de zomerzonnewende en de herfstequinox en Samhain tussen de herfstequinox en de winterzonnewende. Dit in tegenstelling tot de populaire New Age-opvatting over het Druïdisme, waarin de feestdagen de juliaanse kalender volgen, die natuurlijk ten tijde van het ontstaan van deze feestdagen nog niet bestond. Heden ten dage leeft het Imbolc-feest in de Verenigde Staten en Canada voort als Groundhog Day, en binnen de kerk als Maria-Lichtmis; zijn elementen van Beltane in de viering van het paasfeest opgenomen en wordt Samhain als Allerheiligen en Allerzielen voortgezet en in de Angelsaksische gebieden als Halloween). |
De druïden namen een zeer belangrijke plaats in binnen de Keltische samenleving.
Ze waren meer dan priesters: ze traden ook op als rechters en als raadsheren
van de Keltische koningen. Ze waren zeer nauw verbonden met de natuur
en baseerden hun raadgevingen en voorspellingen voornamelijk op (voor-)tekenen
uit de natuur. Ze fungeerden eveneens als het 'geheugen' van de stam
en hadden bijvoorbeeld grote astronomische kennis. Zij bepaalden de kalender
en de 'gunstige' en 'ongunstige' dagen. Ze bleven waarschijnlijk 20 jaar
in de leer. Het was een broederschap die de stammen en de grenzen overschreed.
Hun verzamelplaats was een open plek in een eikenwoud.
Ze waren uit hoofde van hun ambt vrijgesteld van belasting en krijgsdienst, maar werden nauw betrokken bij diplomatie en politiek in het algemeen. Oorlog of vredesonderhandelingen werden enkel na hun goedkeuring begonnen. Ze bezaten een aanzienlijke macht. Wie wetten overtrad of bepaalde aanvaarde gewoonten schond, kon door druïden van het bijwonen van bepaalde plechtige vieringen worden uitgebannen. Dit was een vrij zware straf in de clangemeenschappen, waar het leven in gemeenschap de overhand had op dat van het individu. De druïde waakte over de identiteit van de stam of de clan. |
In de vroege middeleeuwen werden voor het eerst Keltische mondelinge overleveringen
op schrift gesteld. Tegen die tijd waren de meeste Kelten al christen
geworden. Zodoende verdween de druïdeklasse en met hen ook hun kennis.
Het meeste wat we van hen weten zijn verhalen en mythen van de Ierse
en Britse Kelten. Van die van de Gallische, Iberische en overige 'continentale'
Kelten is bijna niets meer bekend.
Het weinige dat we weten van de late beoefening van het druïdisme duidt erop dat het (toen) zeer traditioneel en conservatief was, in die zin dat de druïden de hoeders waren van bronnen van cultuur en kennis. Het is nu onmogelijk nog te beoordelen of deze gerichtheid op continuïteit diepe historische wortels had en haar oorsprong had in de sociale veranderingen van de late La Tènecultuur, of dat er religieuze innovaties hadden plaatsgevonden. Onze historische kennis van de druïden is zeer beperkt. De kennis van de druïden werd mondeling overgeleverd. Er was een hoger druïdisch centrum op Anglesey (Ynys Môn), waarheen druïden uit heel Europa trokken om hun geheimen te leren, maar over wat er daar - en in andere onderwijscentra - onderricht werd, kunnen we slechts gissen. Van de mondelinge overlevering van de druïden (heilige liederen, gebeden, magische spreuken en bezweringen) heeft niets overleefd, zelfs niet in vertaling, en er bestaat geen enkele legende die als puur druïdisch gezien kan worden, zonder Romeinse en/of christelijke interpretatie. Onze belangrijkste bron van informatie over de druïden is Julius Caesar.
|
In Ierland en Wales werden de Druïden in de Oudierse cycli vermeld. De
oudste hiervan, de Ulstercyclus, werd in de late 11de eeuw door Ierse
monniken opgeschreven, maar de verhalen erin bestonden al sinds ten minste
de vroege 5de eeuw en zijn waarschijnlijk nog ouder. Ze werden ook in
oude wetboeken en hymnes uit de 7de eeuw vermeld, maar tegen die tijd
werden de druïdes door het oprukkende christendom gezien als niet meer
dan magiërs en toverdokters.
|
In Groot-Brittannië en Ierland is er een aantal plaatsen die geassocieerd
worden met druïden:
In Frankrijk is Mont Saint-Michel volgens de Revelatio ecclesiae sancti Michaelis in monte Tumb de plek waar druïden offers brachten aan hun goden. In latere tijden werd dit getijdeneiland bekroond met een middeleeuwse abdij. |