Net als vele oude paden van het paganisme, is het pad van de druïden in nevelen gehuld. Er zijn mensen die zeggen dat het druïdisme op het fabelachtige eiland Atlantis ontstaan is. Er zijn Romeinen die over de magische tradities van de Kelten geschreven hebben, maar die keken natuurlijk ook door hun roze bril. Wat is nou het druïdisme? Een geschiedenis heeft het druïdisme niet. Het is een eclectische traditie, eigenlijk meerdere tradities, die zich continu ontwikkelen. Ondanks dat het geen geschiedenis heeft, heeft het wel mooie verhalen: Het waren de magiërs van Atlantis die de geheimen van de natuur ontdekten. Ze leerden hoe de krachten van de natuur werkten en hoe men ze aan kon wenden. Natuurlijk bleef een strijd tussen goed en kwaad niet uit.

Zij die de natuur zagen als Gaia, de Grote Moeder van al het leven, wendden hun krachten aan om goed te doen. Om hun mede mens bij te staan met raad en daad, om te genezen met kruiden en om een blik op de toekomst te werpen. De anderen, die hun krachten voor het kwaad aanwendden, zagen de Grote Moeder als een satanische verleidster, die over zoveel kwaad heerste... Voordat de ramp over Atlantis zich voltrok, wisten de witte wijze uit te wijken naar het oosten. De duistere heren van Atlantis werden overspoeld en, samen met Atlantis, van de aardbodem geveegd. De witte wijzen kwamen terecht op de kust van Ierland en Groot-Brittannië. Vanaf daar ontwikkelde en verspreidde zich het druïdisme... Natuurlijk kunnen we niet met zekerheid zeggen dat het ook daadwerkelijk zo is geweest. Wat we echter wel weten is dat de druïden, net als heksen, geen vaste traditie hebben. Van streek tot streek, of zelfs van groep tot groep bestaan er verschillen. Hoe kun je dan zeggen wat een druïde is? Een druïde, wat is dat nou eigenlijk? Een priester? Een dichter? Een musicus? Een druïde had binnen een gemeenschap meerdere taken. Hij leefde zoals een sjamaan, dicht bij de natuur. Het grote respect voor de natuur is nog steeds prioriteit nummer 1 in het leven van een druïde. Dat was echter niet het enige in zijn leven. Behalve het leren kennen en werken met de natuur, was het ontwikkelen van zijn spirituele, intellectuele, emotionele, fysieke en artistieke elementen een belangrijk doel in zijn leven. Om blijk te geven aan de krachten van de natuur, haar te eren en haar te leren kennen, vierden
druïden net als heksen acht  jaarfeesten (sabbats): de winter- en de zomerzonnewende, twee equinoxen en daarnaast nog vier vuurfeesten. Naast deze feesten, kwamen druïden ook samen om te studeren, te mediteren, te werken, etc. op zogeheten Groves, maandelijkse of tweewekelijkse bijeenkomsten. De oude druïden kenden een indeling in drie groepen, te weten de Barden, de Ovaten en de druïden zelf. Een misvatting is om deze driedeling te zien als een hiërarchische structuur, in plaats van afzonderlijke niveaus binnen een opleidingsfase.

De graadverdeling
De Bard
De bard, de eerste graad van het druïdisme, is niet inferieur aan de twee volgende graden. Ook een bard heeft een taak in het leven en is net als een druïde noodzakelijk voor de goede orde van het leven van een gemeenschap. Het doel van een bard is om creatieve krachten te ontwikkelen en het leven op aarde te harmoniseren. Dat doet hij door: Contact te leggen met het verleden en de wereld van de natuur Te werken met de achtvoudige cyclus der seizoenen (verschaft inzicht in verbondenheid tussen verschillende levenscycli) Te werken met eigen erfgoed, stamboom en mythologie en verhalen van de stam Te werken met inspiratie; openstellen voor de eigen creativiteit. Te werken met de krachten van de vier elementen:
  • Aarde (praktische zin en sensualiteit)
  • Water (ontvankelijkheid en emotionaliteit)
  • Lucht (redeneren)
  • Vuur (intuïtie en enthousiasme)
Te werken met rituelen, visualisatie en meditatie (waardoor de kanalen voor creatieve kracht geopend worden)
De Ovaat
De ovaat, de tweede graad van het druïdisme, heeft als taak het leren begrijpen van de natuur, van de tijd, van de dood en wedergeboorte en het werken aan een natuurlijke gezondheid. Hij doet dit door het: Leren toepassen van genezende krachten door kennis van kruiden, bomen en dieren op te doen, en door het toepassen van natuurwetten op het menselijk lichaam en de menselijke psyche begrip te krijgen van de verborgen dynamiek van de tijd en van de werkelijkheid van de wereld der geesten Ontwikkelen van het vermogen om contact te hebben met een wereld waar de tijd overstegen wordt Waarzeggen, als meer ontwikkelde vorm van het zoeken naar voortekenen Toepassen van divinatietechnieken voor tastbare zaken (bijv. water en metaal zoeken)
De Druïde
Volgens de Grieks-Romeinse schrijvers waren het de druïden en de ovaten die religieuze functies vervulden. Voornamelijk de druïden genoten veel meer aanzien door hun functies als filosoof, rechter maar ook genezer en leraar. De ovaten hadden specialisatie in divinatie en offers. De formele religie van de Kelten was hoofdzakelijk een mannen aangelegenheid. Toch vind je in de Ierse literatuur dat ook barden , helers en vrouwen aangemerkt werden als bedreven in magische praktijken en in staat om te communiceren met goden. Je ziet binnen het druïdisme duidelijke stappen, namelijk het leven met kunst, natuur en filosofie. Om dit alles te begrijpen en samen te voegen heb je tijd nodig. Misschien dat daarom druïden altijd worden gezien als een oude priester met een baard. Niet geheel onwaar, maar deze tijden zijn voorbij. Tegenwoordig trekt het druïdisme op steeds groter wordende schaal aandacht, van allerlei mensen, man of vrouw, oud of jong.
Van wat je gelezen hebt, is niet alles nog op onze moderne tijd van toepassing. Vandaag de dag hoeft een druïde niet meer op zoek naar metaal en water, en mag de mens zelf geen rechter spelen. Maar tegenwoordig leeft de druïde nog steeds samen met de natuur. Zijn doel: het werken met de natuur, om de band tussen de ziel, de mens en de natuur te versterken, en het veiligstellen van onze planeet. Ook het ontwikkelen van het filosofische en creatieve element van de mens, speelt nog steeds een rol. De jaarfeesten zijn uitermate geschikt om de theorie in praktijk te brengen.