Yin-Yang

(er is geen licht zonder duisternis)
Het  yin-yangsymbool  belichaamt de  levenscirkel van het Taoïsme. De zwarte (yin) en witte vormen (yang) lijken in elkaar te  bewegen. Dit geeft aan dat yin en yang het  evenwicht zoeken tussen tegenstellingen. De  wederzijdse verstrengeling wordt verbeeld  met de twee kleinere cirkels.

De yin-yangleer is een Chinese filosofie die ongeveer 700 tot 1000 jaar voor Christus voor het eerst  wordt genoemd in de I Tjing. Men neemt aan dat yin en yang toen waarschijnlijk symbool stonden  voor praktische zaken. Ze stonden voor geografische locaties: yin voor de koudere noordzijde van  de heuvel en yang voor de warme naar het zuiden gerichte kant. Yang werd gaandeweg steeds meer  aan het zonlicht gelieerd, terwijl yin met de schaduw en de Maan werd verbonden, en zodoende  werden yin en yang gerelateerd aan de dag-nachtcyclus, licht en donker, zomer en winter. In de  loop der tijd zijn de begrippen in steeds abstractere en meer algemene zin gehanteerd.  Het yin-yangprincipe houdt in: polariteit, evenwicht en harmonie. Yin en yang zijn twee  tegengestelde en aanvullende kosmische energieën. Yin en yang zijn geen absolute tegenstelling  zoals  zijn  en  niet-zijn , zij bestaan alleen bij de gratie van de ander. Niets in het heelal is volledig yin  of volledig yang, en hun onderlinge wisselwerking veroorzaakt de voortdurende veranderingen in  de kosmos. Iedere toestand in het heelal (en de mens) is een direct gevolg van de energetische  wisselwerking tussen het yin en yang. Er loopt voortdurend een stroom energie van het een naar het  ander. Deze energiestroom - de chi - brengt geluk en levenskracht met zich mee. Als de  energiestroom wordt geblokkeerd, brengt dat stagnatie teweeg en dat kan ziekte veroorzaken.

  • Alles heeft altijd een yin en een yang kant
  • Iets is pas yin of yang wanneer je het vergelijkt met iets anders.
  • Yin en yang zijn altijd onderling afhankelijk.
  • Yin en yang kunnen in elkaar over gaan.
  • Bij een teveel van yin of yang wordt de tegenpool opgeroepen en geactiveerd. 

Yin en Yang in de Chinese dierentekens
De dierentekens worden volgens hun kwaliteiten, aard, gewoonten en eigenschappen gerangschikt onder yin of yang. De yin-dieren zijn Rat - Os -  Konijn -  Aap - Hond - Varken. De yang-dieren zijn Tijger -  Draak - Slang - Paard - Geit - Haan. Ieder dierenteken richt zich naar zijn tegenpool om een  evenwichtig en gezond leven te creëren.
Kenmerken van het yin-type

Kenmerken van het yang-type
  • Yin is naar binnen gericht, beschouwend, opbouwend, concreet en gevoelig.
  • Het yin-type is bedachtzaam, introvert en intuïtief, maar ook veranderlijk, wispelturig en humeurig.
  • Heeft een gemiddelde gestalte, de neiging tot zwaarlijvigheid en moet daarom goed op het gewicht letten.
  • Yin-types komen vaak loom en traag over.
  • Ze hebben het vaak koud. Hun gezicht is bleek en ingetogen.
  • De ogen zijn meestal neerwaarts gericht en maken een afwezige en dromerige indruk.
  • De yin-types hebben over het algemeen een goede gezondheid en zijn tamelijk zelfbewust.
  • Ze zijn intelligent, onafhankelijk, ontvankelijk, niet materialistisch en emotioneel stabiel.
  • Yang is naar buiten gericht, expressief, creatief en actief.
  • Het yangtype is extravert, joviaal en spontaan,
  • maar ook opvliegend en hyperactief.
  • Is stevig gebouwd en goed gespierd.
  • Heeft een rijzige gestalte en kijkt iemand strak in de ogen.
  • Yangtypes blaken van energie. Ze hebben het vaak warm.
  • Hun gelaatskleur is rood.
  • Ze hebben vaak een glimlach op de mond en maken een opgewekte, vastberaden en kordate indruk.
  • De yang-typen zijn minder stabiel, maar meestal  wel wat optimistischer.
  • Ze houden van gezelligheid, zijn praktisch en materialistisch en vaak conservatief en geneigd tot jaloezie.