Majeure Aspecten
☌ Conjunctie | 0°
| Nul graden afstand; dat betekent dat de twee punten op dezelfde plaats staan in de horoscoop |
⚹
Sextiel | 60° | Betekent dat de twee punten op een afstand overeenkomend met twee tekens (elk 30 °) van elkaar staan
|
□
Vierkant | 90° | De twee punten staan op een afstand overeenkomend met 3 tekens van elkaar
|
△
Driehoek | 120° | De twee punten staan op een afstand van vier tekens van elkaar
|
☍
Oppositie
| 180° | De twee punten staan pal tegenover elkaar in de horoscoop |
Mineure Aspecten
⚻
Inconjunct | 150° | Ook wel Quincunx genoemd (overeenkomend met een afstand van vijf tekens in de horoscoop)
|
∠
1/2 Vierkant | 45° | De twee punten staan op het horoscoopwiel 45 graden uit elkaar
|
⚼ 1 1/2 Vierkant | 135° | (90° + 45° = 135 graden)
|
⚺ Semisextiel | 30° | Ook wel Half Sextiel genoemd |
Q Quintiel | 72° | Ontstaat door vijfdeling van de cirkel |
Orb
Volgens astrologen hoeft een aspect niet exact te zijn om werkzaam te
zijn. Er geldt steeds een bepaalde afwijking (orb) die wordt
getolereerd. Zo is een orb van wel 6 tot 15 graden (afhankelijk van de
voorkeur van de astroloog) bij aspecten tussen Zon en Maan toegestaan.
Voor het Inconjunct geldt echter een veel kleinere orb dan voor de
andere vermelde aspecten.
| Duiding
Traditioneel werden sextiel en driehoek als harmonisch of gunstig
beschouwd, het vierkant en de oppositie als disharmonisch of ongunstig.
Daar is men nu in "scholen" die meer nadruk leggen op psychologische
duiding van afgestapt. Teveel harmonische aspecten in een
geboortehoroscoop wordt niet als ideaal gezien . Immers, wanneer iemand
in zijn horoscoop vooral driehoeken heeft en geen spanningsaspecten
zoals vierkant of oppositie, dan ontbreekt er dynamisme en dat soort
drijfkracht en energie is nodig voor iemands persoonlijke ontwikkeling.
Uit vierkanten en opposities, zo luidt de theorie, kan men juist veel
energie en wilskracht putten.
| In- en uitgaande aspecten
We spreken van een ingaand aspect wanneer de snellere planeet inloopt op de langzamere, ongeacht het type aspect. De snellere planeet beweegt zich dus in de richting van een conjunctie met de andere planeet. Een uitgaand aspect is een aspect waarbij de snellere planeet zich van de langzamere verwijdert en zich beweegt in de richting van een oppositie, ook weer ongeacht het aspect. - Als de snellere planeet in de richting van een conjunctie met de langzamere loopt, is het aspect ingaand.
Ingaand aspect: ik loop er tegenaan.
Uitgaand aspect: ik krijg een duw in de rug.
- Als de snellere planeet zich in de richting van een oppositie met de langzamere beweegt, is het aspect uitgaand. Bij een conjunctie kunnen zich twee situaties voordoen: de snellere planeet loopt in op de langzamere (ingaand). Of de snellere loopt weg van de langzamere (uitgaand). De laatste situatie wordt doorgaans als de prettigste ervaren: de snellere planeet heeft steun aan de langzamere en er is een natuurlijk samengaan van krachten. Bij de ingaande conjunctie loopt de snellere veelal stuk op de langzamere, om zich pas daarna weer te herstellen. Er zit dus meer weerstand in. | Toe- en afnemende aspecten
Het toe- en afnemen van een aspect is iets wezenlijks anders dan het in- of uitgaan van een aspect. We spreken van een toenemend aspect, wanneer we een aspect hebben dat nog 'exact', dus nog 'vol' moet worden. Ook hier gaan we van de snellere planeet uit, daar die in zijn loop het aspect 'sluit'. - Toenemend: werken naar iets wat nog tot stand gebracht moet worden.- Afnemend: er is iets geweest, daar ga ik nu mee aan het werk; tot uitdrukking brengen van de energie. Een afnemend aspect is reeds voor de geboorte vol geweest, een toenemend aspect wordt pas na de geboorte exact. Dat heeft grote consequenties. Het houdt in dat toenemende aspecten ervaringen aangeven die zich vroeg in de jeugd voordoen. De toenemende aspecten wijzen dus op ervaringen in een kwetsbare periode van ons leven en kunnen op die manier grote invloed hebben op het verdere levensverloop. Bij afnemende aspecten zijn de kenmerken van de betreffende aspecten eenvoudig al vanaf de geboorte aanwezig: ze zijn niet terug te voeren op psychisch duidelijk ingrijpende gebeurtenissen.
In het geval van een conjunctie, zien we dat toenemend en ingaand altijd samenvallen, evenals afnemend en uitgaand. Het tegenovergestelde doet zich voor bij een oppositie. Bij de oppositie gaan ingaand en afnemend altijd samen, evenals uitgaand en toenemend. Bij de andere aspecten zijn alle vier de combinaties van uitgaand of ingaand met toenemend of afnemend wel mogelijk.
|
|